Kihon: bij dit onderdeel gaat het om psychomotorisch bewegen, dat wil zeggen dat de bewegingen door werking van de geest worden veroorzaakt.
De karateka mag en wil bewegen.   

  • De beweging, er zijn nog geen remmingen of gewoontes in getraind.
  • De juiste spierspanning en -ontspanning voor, tijdens en na de uitvoering.
  • Het bewegingsdoel, het midden en centrum (chu-shin).

Het zijn de basishandelingen, het leren trainen van enkelvoudige, dubbele en combinatietechnieken. Iedere karatetechniek kan in kihon-vorm getraind worden.

Kata: is een sierstuk, een reeks van sierlijke handelingen. Je kunt het vergelijken met een mooi boeket bloemen. In het Shotokan karate bestaan er meer dan 30 kata’s, met elk zijn eigen naam, vorm en eigenschappen.

Kata is trainen, zweten, tranen en inspanning. Het doel is zowel geestelijk als technisch perfectioneren.

Wat betreft de technische details van een kata, denk aan het volgende: vorm, kracht, snelheid, ademhaling, timing, goede basistechnieken, standen, buik- en heupondersteuning en totaliteit van bewegingen geven het kata meer inhoud.

Kumite: is algemeen gesproken het gevecht, maar het is geen straatvechten, meer een systematisch en technisch gevecht. Het kan verdeeld worden in de volgende vormen:

  1. Kihon Gohon Kumite
  2. Kihon Sanbon Kumite
  3. Kihon Ippon Kumite
  4. Ippon Kumite
  5. Jiyu Ippon Kumite
  6. Renzoku Kumite
  7. Sanbon Kumite
  8. Ura Kumite
  9. Dojo Kumite
  10. Shiai Kumite

Kumite oefen je met een partner en dat gaat als volgt:

  1. A neemt afstand en valt 5 keer aan met dezelfde aanval. B stapt achteruit en verdedigt 5 keer met dezelfde verdediging. Na de laatste keer volgt een tegenaanval.
  2. Gelijk aan 1, maar dan met 3 passen.
  3. Gelijk aan 1, maar nu slechts 1 aanval.
  4. Hier wordt geen afstand genomen, A stapt vooruit en B achteruit, samen komen ze tot een gevechtshouding. A zegt met welke aanval hij komt en B verdedigt en maakt een tegenaanval. Hierna terug naar gevechtshouding.
  5. Geen afstand nemen, beide partners stappen naar voren en komen tot een gevechtshouding. A kondigt aan met welke aanval hij komt. Daarna probeert A een opening te creëren en het juiste moment te zoeken om aan te vallen. B verdedigt en maakt een tegenaanval. Hierna terug naar gevechtshouding.
  6. Gelijk aan 4 maar met dubbele aanval.
  7. Gelijk aan 4, maar met 3 aanvallen, die verschillend mogen zijn.
  8. A maakt een aanval, B verdedigt en doet een tegenaanval, nu neemt A over, met een verdediging en tegenaanval. A wint in dit geval.
  9. Geheel vrij, alle technieken toegestaan, ook verwurgingen en klemmen. Uiteraard moeten de veiligheidsregels wel in acht worden genomen.
  10. Officiële wedstrijdvorm zoals vastgesteld door de Karate Do Bond Nederland.


Embu
: hierbij is er geen winnaar en verliezer. Het gaat er om met een partner een werkstuk te maken met een grote nadruk op de kwaliteit van techniek, houding, spanning en ontspanning, conditie, sierlijkheid etc. Alles moet in harmonie zijn.

aanvalZelfverdediging: hier leert men zich tegen andere aanvallen te verdedigen, bijvoorbeeld met een stok, een mes, vastpakken en dergelijke.

Share Button